Grotkerk

Heel bijzonder om te bekijken is de grotkerk op de Gellértheuvel. De grot zelf is al eeuwenoud en in de loop der tijd op verschillende manieren bewoond geweest, de omstandigheden waren er qua temperatuur en klimaat perfect voor. De beroemdste bewoner was wel de spirituele kluizenaar Sint István, die in de negende eeuw in de grot leefde en zich laafde aan het water van de natuurbron die er ontsprong. In 1926 kreeg de architect Kálmán Lux de opdracht de grot om te vormen tot kerk, met als voorbeeld de grotkerk in Lourdes. In 1934 nam de Paulinenorde er zijn intrek in. Dit was een orde van enkel mannen, die jarenlang in ballingschap in Polen hadden geleefd en op dat moment weer getolereerd werden in Hongarije.
In de grotkerk heerst een bijzondere sfeer. De natuurstenen rotsige wanden maken dat de kerk aanvoelt als een cocon. De schemerachtige verlichting en de gewijde kerkelijke elementen doen de rest. Het hoofdaltaar is mooi in zijn eenvoud en eigenlijk zeer recent: het werd ontworpen door kunstenaar Sikota Gyozo in 1989. Andere noemenswaardige objecten zijn de zwarte Hongaarse adelaar en een reproductie van de zwarte madonna van Czestochowa; het origineel staat in de gelijknamige Poolse stad. Verder vallen de prachtig gebeeldhouwde preekstoel en een buste van Sint István op.